afb.
In de nieuwe serie 'Straat & naam' willen we eens gaan kijken, welke mensen er achter die namen schuilgaan. Bossche mensen wel te verstaan. Dit 'Bosch' overigens wel zo breed mogelijk opgevat. Het kan iemand zijn, die maar kort in onze stad heeft gewoond; of zelfs niet hier heeft gewoond, maar voor 's-Hertogenbosch tòch erg van belang is geweest. Misschien dat u in de loop van de serie zegt: 'Hé, ik wist niet, dat de straat waarin ik woon, naar een Bosschenaar genoemd was; leuk dat ik nu iets over hem/haar weet!' De serie begint met een onaanzienlijke dwarsstraat, gelegen in de wijk Het Zand. Deze straat is echter wèl genoemd naar de meest beroemde Bosschenaar die ooit geleefd heeft: Jeroen Bosch. Hoewel wereldberoemd, is er maar weinig van hem bekend. Ten tijde van zijn geboorte bezat zijn vader een pand aan de Bossche Markt, zodat het logisch lijkt, dat Jeroen daar geboren is. Van het leven van Jeroen weten we iets, dankzij de bewaard gebleven rekeningen van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap; een godsdienstige vereniging waar de schilder lid van werd in 1488, waarschijnlijk zelfs gezworen lid. In deze rekeningen duikt Den Bosch in 1480 voor het eerst op, als hij twee altaarluiken van het oude, gedeeltelijk verbrande altaar van de Broederschap opkoopt. In 1488 trad hij voor het eerst als gastheer op bij de maaltijd. Toch had Jeroen al eerder met de Broederschap te maken.
In 1475 hadden de proosten van de Broederschap de Utrechtse beeldhouwer Adriaan van Wesel uitgenodigd om te praten over het ontwerp van een nieuw altaarretabel. Aanwezig bij deze bespreking was ook Thonys den Maelder èn diens zoon: niemand minder dan Jeroen Bosch. Bij dit altaarstuk zou Jeroen later twee luiken beschilderen met de afbeeldingen van Abigael en David. Deze schilderingen zijn, zoals het meeste dat hij voor de Broederschap vervaardigde, verloren gegaan. Zo maakte hij in opdracht van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap ook het ontwerp voor een glasraam en drie wapenschilden (die overigens door knechten gemaakt werden). De polychromie van het altaar werd volgens zijn advies gedaan.
De laatste vermelding in de broederschapsrekeningen dateert van 9 augustus 1516, kort na zijn dood, als de grootste schilder van onze stad de voor de gezworen broeders gebruikelijke begrafenis krijgt.
Van zijn werk is in 's-Hertogenbosch niets achtergebleven. Veel vinden we terug in Spanje waar later Philips II een groot bewonderaar van deze Bosschenaar was. Hij bezat (in 1574) maar liefst negen, deels geroofde, werken van hem waar later de 'Tuin der lusten' bij kwam.
In zijn vergadering van 19 augustus 1909 besluit de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch om 'de eerste straat noordelijk van de Willemsbrug tusschen de Van der Does de Willeboissingel en den Koningsweg' te noemen naar deze kunstenaar. Deze maand, op 22 mei 1985, zal deze naam aan de straat onttrokken worden. Naar de schilder wordt dan genoemd de 'Jeroen Boschtuin', de voormalige tuin van de paters Redemptoristen. De Jeronimus Boschstraat zal voortaan Van Bréautréstraat heten.
|
1985 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Jeronimus BoschstraatBrabants Dagblad donderdag 17 mei 1985 (foto) |
5211 BZ 2..2
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 49